De titel van het rapport is De toestand van de droge loofbossen op de Ootmarsumse stuwwal en de auteur is P. Bremer. Het rapport is in februari 2001 gepubliceerd door de provincie Overijssel. SAMENVATTING: In 2000 is op de Ootmarsumse stuwwal de plantengroei van 46 bossen en bosjes vergeleken met de situatie in 1995. Het onderzoek vond plaats in niet te sterk beschaduwd droog loofbos. In vergelijking met 1995 was de verruiging met braam niet toegenomen. He...
Rapportage over weidevogels in de polders Mastenbroek en Haerst-Genne. Het rapport is gepubliceerd in februari 2001 door de provincie Overijssel. De auteur is H. Hazelhorst. SAMENVATTING: In het voorjaar van 2000 zijn de polder Mastenbroek en de polders bij Haerst en Genne (4898 ha) onderzocht op het voorkomen van broedvogels. Er werden negen Rode Lijst soorten aangetroffen. Het gaat om de volgende soorten en aantallen broedparen (tussen haakjes): Ooievaar...
De titel van het rapport is Bezoek voortplantingslocaties grote vuurvlinder in Overijssel 2000. Het is geschreven door Saskia Janssen van De Vlinderstichting. Het is gepubliceerd in januari 2001. De opdrachtgever van het onderzoek is de Provincie Overijssel. INLEIDING - De laatste voortplantingslocaties van de grote vuurvlinder bevinden zich in de provincies Friesland en Overijssel. De Weerribben vormt hier het belangrijkste bolwerk van de grote vuurvlind...
De titel van het rapport is Monitoring grote vuurvlinder in Overijssel 2000. Het rapport is geschreven door Saskia Janssen van De Vlinderstichting in opdracht van de provincie Overijssel. Het rapport is gepubliceerd in januari 2001. INLEIDING - De grote vuurvlinder wordt de laatste jaren nog maar in drie moerasgebieden waargenomen: De Rottige Meente, de Wieden en de Weerribben. De Weerribben in Overijssel vormen daarbij het belangrijkste bolwerk voor de gr...
Het rapport is geschreven door S. Janssen van de Vlinderstichting en gepubliceerd in januari 2001. De opdrachtgever van het onderzoek is Provincie Overijssel. SAMENVATTING: Het veenhooibeestje behoort op dit moment tot de meest bedreigde dagvlinders van ons land. Helaas is de achteruitgang nog steeds niet gestopt. In 2000 waren er nog vier populaties in Nederland over, waarvan er een in Overijssel ligt: in het Haaksbergerveen werd in 2000 één vlinder waarg...
De notitie heeft als titel De botanische waarde van de vloeivelden bij de Krim. Hij is in 2000 geschreven door P. Bremer en gepubliceerd door de provincie Overijssel. INLEIDING- De vloeivelden bij Krim hebben jarenlang een functie gehad voor het bezinken van afvalwater van de Avebe. Sinds 1988 is deze functie vervallen. Vooral door de jarenlange inspanning van vrijwilligers (IVN afdeling Hardenberg) is al vroegtijdig de ornithologische waarde van de bezink...
De titel van het rapport is De Knoflookpad langs de Vecht, Regge en Dinkel in Overijssel. Het is geschreven door Guido van der Lugt, Bjorn Prudon en Ben Crombaghs. Het is in december 2000 uitgegeven door de Stichting RAVON en Natuurbalans-Limes Divergens Adviesbureau voor Natuur en Landschap. Samenvatting - In het voorjaar van 2000 is er in opdracht van de Provincie Overijssel een onderzoek uitgevoerd naar het voorkomen van de knoflookpad langs de Vecht,...
Het rapport is in december 2000 gepubliceerd door de Vlinderstichting, in opdracht van Provincie Overijssel. De auteur is A.J.G.A. Rossenaar. SAMENVATTING: De Weerribben vormt hét kerngebied voor de bedreigde ondersoort batava van de grote vuurvlinder. De soort is sterk afhankelijk van goed beheerde verlandingsvegetaties. Daarom is het belangrijk te weten waar de voortplantingsgebieden zijn. In 2000 is de volledige Weerribben geïnventariseerd op eiafzettin...
Het rapport is "Weidevogels met een te krappe jas in de IJsseldelta- Onderzoek aan weidevogels in 'Ruime Jas-percelen' in de IJsseldelta in de periode 1996-1999". Het is geschreven door H. Hazelhorst en door de provincie Overijssel gepubliceerd in oktober 2000. SAMENVATTING: In de IJsseldelta is in de periode 1996 t/m 1999 in het kader van de Ruime Jas een weidevogelonderzoek uitgevoerd. Dit onderzoek werd uitgevoerd in zes proefvlakken met een totale oppe...
Acidofiele indicatiewaarde. De Acidofiele indicatiewaarde is een maat voor de locale zuurbelasting en is gebaseerd op het voorkomen van zuurminnende epifytische korstmossen. Hoge waarden geven aan waar de invloed van ammoniak minimaal is. De gegevens zijn opgenomen in 2000.